Takken (Leeftijdsgroepen)
Leeftijd: 6 tot en met 7 jaar (1ste en 2de leerjaar) Zeehonden zijn nog sterk op zichzelf gericht. Dat merk je vooral als ze honderduit over hun ervaringen vertellen. Groepjes ontstaan willekeurig, rond toevallige gebeurtenissen. Toch merk je dat ook zij langzamerhand groepsbesef krijgen terwijl ze de wereld ontdekken. Hun levendige fantasie houdt hun aandacht niet lang bij hetzelfde onderwerp. Eerst apen ze de leiding na, dan de tovenaar die langskomt. Even later zijn ze intens geboeid door een vogeltje dat in het gras rondspringt of begint weer een nieuw verhaal... |
Leeftijd: 8 tot en met 9 jaar (3de en 4de leerjaar) Welpen krijgen meer aandacht voor de groep. Vriendjes worden bewust gekozen en kliekjes ontstaan. "Geen vrienden hebben" is heel erg... Van nature hebben ze een talent om zich in situaties en personen in te leven. Heb je al gemerkt hoe heftig Welpen reageren als iemand een spel niet eerlijk speelt? Of hoe de "slechte" deerlijk toegetakeld uit het bosspel komt? Natuurlijke competitie is typisch: een spel winnen of verliezen is van levensbelang. In die fase groeit ook vaak een eerste imago: de sterkste, de lenigste of de creatiefste zijn. |
Leeftijd: 10 tot en met 11 jaar (5de en 6de leerjaar) Bij de Wolven focussen we ons al op het nautische en de technieken, maar allemaal wat speelser. We leren het begin van technieken aan en zetten onze eerste stappen op het ater, maar er is zeker nog plaats voor een iets uitdagender bosspel. Coole uitdagende spelen zijn net zoals bij jongere takken nog steeds de hoeksteen van onze wolvenwerking, maar voor de duidelijkheid, de Wolven is wel degelijk een nautische tak! Ze proeven ook voor het eerst écht van verantwoordelijkheid en inspraak door te werken in hordes. |
Leeftijd: 12 tot en met 13 jaar (1ste en 2de middelbaar) Bij Aspiranten is de groep als geheel enorm belangrijk. Kleine bendes worden opgericht, (geheime) kampen gebouwd om samen de spannendste spelen uit te werken. De groep bepaalt de stijl, de norm, de communicatie en de sfeer. Aspiranten voldoen wel of niet. De een is enorm populair en leidt, de ander raakt stilzwijgend in de verdrukking. Deze leeftijd is dan ook cruciaal om lid van Open Scouting te blijven. Het is de leeftijd van verschillende interesses. Aspiranten hongeren naar informatie allerhande: ze leggen verzamelingen aan en houden artikels bij. Vaak sluiten ze stevige en intense vriendschappen: "een hartsvriend(in)". Jonggidsen vinden jongens kinderachtig of te ruw, terwijl Jongverkenners meisjes als aanstellerig of giechelachtig bestempelen. |
Leeftijd: 14 tot en met 15 jaar (3de en 4de middelbaar) Juniors worden zich van hun omgeving en de maatschappij bewust. Ze maken grootse plannen en vinden het een erezaak die met succes te realiseren. Ze gaan op elke uitdaging in terwijl ze de banden met thuis stilaan loslaten. Over hun ouders, de klas, de leerkrachten en natuurlijk over zichzelf hebben ze een uitgesproken mening die ze vaak onder invloed van leeftijdsgenoten vormen. Juniors voelen zich hierdoor soms erg onzeker en zoeken dan steun bij gelijkgestemde leeftijdsgenoten. Vrienden worden zeer belangrijk. Juniors hebben intense sociale contacten, maar het gevoel van eenzaamheid is nooit ver weg. En last but not least: Verkenners ontdekken dat Gidsen toch niet zo aanstellerig zijn en meisjes vinden jongens plots niet meer zo kinderachtig; Gidsen en Verkenners krijgen aandacht voor elkaar. |
Leeftijd: 16 tot en met 17 jaar (5de middelbaar) Seniors vertonen meestal een uitgesproken zin voor onafhankelijkheid en individualiteit. Hun bewust beleefde persoonlijke waarden en normen stemmen niet steeds overeen met die van onze maatschappij. Deze eigenschap en een sterk sociaal gevoel zorgen voor het ontstaan van intense vriendschappen. De wereld dringt zich aan hen op en dat uit zich in concrete vragen over studie- en beroepsambities. Meestal kunnen vertrouwenspersonen hen in de zoektocht naar hun eigen identiteit en zelfontplooiing verder helpen. |
Leeftijd: 18+ jaar (6de middelbaar t.e.m. ....) De leiding van Open Scouting is een mix van mensen en ideeën, motivaties en hobby's, stijlen en imago's. Toch hebben ze enkele zaken gemeen: de wil om kinderen en jongeren de wereld te helpen ontdekken. Dat doen ze in vriendschap en vertrouwen met elkaar. In leiding staan is ook groeien: je leert jezelf in vraag stellen, je leidersstijl aanpassen, engagementen en verantwoordelijkheden opnemen, elkaars sterke en zwakke punten kennen. Samen trachten we een toffe groep uit te bouwen. |